Exodus

Titel
Exodus

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
20



XXXI

En Mozes nam den staf: tot wanden hieven de wateren zich op, naar beide zijden hoog torenend, het duizendjarig glijden der golven was door een onzichtbaar klieven, een ademtocht, die elementen scheidde, verstard. En donker glansden deze muren terwijl het volk zijn overtocht van uren droomend volbracht, en aan de harten vlijde een warmte zich, te goddelijk voor woorden; terwijl des konings heir in lange stoeten de duisternis doorbotste en ontmoette de wolkkolom. Tot in den hemel boorde de raderknarsing zich, het scheen, dat hen de aarde tot zich in ging sleuren.

Maar Mozes hief den staf, dat in het scheuren der watermuren vorst en heir verdween.

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.