Exodus

Titel
Exodus

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
20



XXVII

Daar stond de koning en daar was gelegen

zijn kind, zijn zoon, wiens witte trekken glansden,

terwijl de kaarsvlam langs de muren danste,

in zulk een peilloos wit, zijn blikken stegen,

wijd open, naar zoo diepe achtergronden,

dat Farao eensklaps het absolute

van zijnen val ervoer en in een brute

geweldigheid heeft hij zijn smart ontbonden,

riep Mozes, Aron, zegde hen in schorre

verslagenheid te trekken, allen, allen,

met schapen, runderen, bij duizendtallen.

En wendde het gelaat en zag in dorre vruchteloosheid het rijzen van de zon.

En heel het volk trok, met zijn ongezuurde deegkoeken in de hand, met zijn verpuurde sieradiën, al wat het torsen kon.

XXVIII

Vierhonderddertig jaren van verslaven, van nameloos gebukt gaan onder nooden; toen sprong de hemel open in een roode ontvlamming en zij rekten zich en gaven hun hunkering de sporen en onttoomden hun blijdschap en hun oogen liepen over, en aan hun wimpers trilden, dauw aan loover, de tranen, en de morgenzon bestroomde hun bloeiende gelaat 5 Gods handen streelden hun lichaam, inniger dan ooit een moeder haar kind 5 zij schonken aan den Albehoeder zich weg, zij wilden schuilgaan in Zijn weelde. Maar Mozes sprak: „Gedenk uw slavernij!”

En schreed dan peinzend verder naast de schare, en zag de wolkkolom voorop, de klare stem van den Heere was hem zeer nabij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.