Exodus

Titel
Exodus

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
20



XXI

Door alle kieren joeg het, zooals honden, die, aangehitst, niet meer hun meester hooren, maar aan een vreemde inblazing verloren, een eindelooze drift te delgen vonden; zoo striemden winden langs Egypte’s vlakten, toenemend in geweld, terwijl de luchten met zwarte vlokken dreven, die tot vruchten uitdijden, tot een wolkenheir dat zakte gierend ter aard, millioenenvoud bedekkend de platgeslagen velden, in een zwoele gulzigheid, in een duizelend krioelen van kopsprieten en pooten, en verwekkend nachten wanstaltig van rumoer en schrik.

Hun doodsmuziek, hun teisterende kreten sneden de ruimte, en het kaalgevreten land zag den morgen aan met leegen blik.

XXII

En gansch Egypte, in verwezen lijden, wachtte des konings woord, maar geen erbarmen vloeide zijn balsem uit over de armen.

En Mozes, in een hoog gebaren, breidde een floers over de wereld, zwarte dampen, vertastbarend tot muren, die de stralen der zon terugsloegen. Het ademhalen der menschen scheen verstikt, in doffe krampen drukte de atmosfeer de creaturen, die als in holen tastten, met de handen verloren teekens in het duister brandden, weenend hun oogen uit om het azuren spansel des hemels. Door den blinden nacht kwamen de schimmen van den waanzin springen, ontstaken vuren, barstten uit tot zingen, dat in een reuteling werd omgebracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.