VERWEER
Snel, door de woorden heen,
stoten naar de nachtrots van het zwijgen,
waarop de schepping rust;
het hart niet meer geloven en de hand
vergeten laten dat zij ooit
naar vleugels heeft gesnakt;
en in de ogen de herinnering uitwissen
aan spiegelende zeeën, bomen vol
bewegend licht; de voeten schrap
tegen het ritme dat hen al te lang
tot renboden des hemels heeft gemaakt.
68