Stormen en stilten

Titel
Stormen en stilten

Jaar
1956

Overig
poezie

Pagina's
95



DE NACHTEN VAN WELEER

Water, zeg ik soms, alsof de klank

het stromen op kan roepen van weleer,

de helderheid der zee, de hoge wolk

van stilte die zich in het huis

der avonden verzamelde;

en gij en ik, de kleine wandelaars

voor het gelaat van een bezweken god,

zwijgen verwisselende tegen woorden

en woorden tegen zwijgen - hoe zou weer

van dat geheim de ruimte zich vervullen,

nu de ruïnes van zovele jaren

boven de einder staan, hoe zou

een stem het zwijgen kunnen achterhalen,

waartoe gij plotseling met lijf en ziel

vervallen zijt? Er is in mij

geen licht genoeg meer om ook maar een vonk

te redden uit de nachten van weleer.

60

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.