Stormen en stilten

Titel
Stormen en stilten

Jaar
1956

Overig
poezie

Pagina's
95



HET BLOEDSPOOR

Het bloedspoor van haar dode mond, het hoog, wanhopig sterrensein.

Ik loop de avondstraten rond, ik kan niet langer levend zijn.

Ik moet te loor gaan in de grond, ontrukt aan elk besef van pijn, eer ik het bloed stelp van die wond, die donker brandende fontein.

O waanzin die mij verdersleurt, de allerlaatste straten door, tot ik het zeegedaver hoor, tot ik, verwilderd en verscheurd, de wereld peil tot op haar grond: een kille, doodgebloede mond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.