WINTERMIDDAG
De ramen staande tussen wind en warmte, het grijs gehuil der zee en het verrukt gebaar van mensenlevens die elkaar omarmen aleer zij het vergeten binnengaan.
Mond vangt uit mond het smalle ademhalen dat zich de laatste avond tegenspoedt waardoor de sterren in wolken verwaaien en het gehuil der zee tot fluisteren verbloedt.
De handen raken elkanders geheime warmte steeds dieper, nu de koude groeit achter de ramen en het hart zijn pijnen alom in het geschapene ontmoet.