Stormen en stilten

Titel
Stormen en stilten

Jaar
1956

Overig
poezie

Pagina's
95



DE AVOND HAD EEN MOND VAN ROUW..

De avond had een mond van rouw, er werd gesproken in het blad der bomen, in de stenen bad een ziel, de dood lag als een dauw op het gelaat der wereld, huizenver verloor het prevelen zijn spraak, daar stond de stilte met haar toegesloten mond onder het schrikbewind van ster op ster.

De laatste deur die dichtviel was het schot waarmee het leven zich gewonnen gaf, de nacht rilde verlaten in haar mantel, de laatste windvlaag raakte buiten adem.

Zelfs op de huid der zee bewoog

geen licht meer, de metalen dreun

was afgestorven, een vogel hief

zijn stem boven haar macht en stortte neer.

Nu waren er alleen nog lengtecirkels

van stilte, witte banen ijs

waaraan de sterren zich te pletter stieten.

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.