BRANDGATEN
Diep is het verleden. Ik voel hen niet meer die jaren in mij hebben nagegloeid met stervend hart. Nu zijn zij uitgebrand en ik ben vol brandgaten, leegten die nooit meer te vullen zijn.
Overal om mij heen is hemel,
nergens een scheidsmuur. Leger en leger
wordt het herdenken. Ik roep niet meer,
roepen zou schreien worden en wat baten
tranen in deze droogte
die de eeuwen verduren zal.
7