RONDEDANS
Er is rood, de uitgeblazen adem van een levensdag. Het water komt weer op en doet de ruimte branden. Evenwicht kantelt zich om naar ander evenwicht.
Een rondedans waar de getuige zich eenmaal aan vergrijpt en hij valt in, aantollend achter zijn eigen armen en benen, een verdwaasde slingeraap die, vastgekronkeld in zijn ledematen, meecirkelt, stijgt en tuimelt met het vlammende wiel van de chaos.
62