HET DORP VECHT
Het is daar. Ik blaas het stof
van de verteerde jaren weg, er komt
glans bloot, daken waarover het waait,
straten die hun armen in elkaar schuiven
omdat overal in de wereld
zand op stuift en hen verstikken wil.
Ook weer het trillen van deuren en ramen. Het dorp vecht om zijn leven, zuidzuidwest springt de wind het in de flank.
Honden kruipen jankend
tegen de muren. Wolken betrekken
de wacht aan de rand van het licht,
bouwen bergen en torens, bouwen een nacht
binnen de dag, verdonkeren de zee
tot op haar tanden na.
4i