KERN VAN STILTE
Hier aan de grond noch ergens in de lege slokdarm van. het heelal
is er een spoor, een schroeiplek van hun angst achtergebleven. Ik loop met mijn denken dat weerloos om een kern van stilte maalt door het al lang niet meer gebeurende, al lang niet meer herkenbare geweld, een zee die is uiteengespat en liet een barre vlakte na vol korsten zout en kloven waarin eeuwen her de tanden van de onderstromen beten.
Soms staan er op de drempel van de kim vlammen die met een dunne arm tegen de hemel leunen. Even later heeft de voltrokken nacht hen weggevaagd.
20