DIEPZEE
Nachtvogels. Klauwsporen van herinnering gaan in mij bloeden. Ik omarm de avond op leven en dood.
Ik zink door de schoot van verdronken boomkruinen een diepzeewereld binnen, getijde dat geen wimper meer beweegt.
Sterren liggen op de bodem
van het donker, doodgevallen druppels licht.
Mismaakte schaduwen, niet te herkennen
vormen van stervensnood,
zijn in de waterlagen vastgelopen
en staan voor eeuwig in de groene nacht.
12