KALME NACHT
De nacht., de kalme.
De wereld stuwt. De halmen,
de groote zee
roepen hun vree
over de warme
geborgenen.
Deze nacht en je mond, de warme,
die in het verborgene haar bloeiwijs vond.
Een zacht erbarmen stijgt uit den afgrond van je gelaat.
Ik hoor het zingen dat stil door de dingen schrijdt en vergaat.
77