Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



DE OCHTENDBRUID

Haar oogen vangen goud van zon, haar handen koelen zich aan winden, nu gaat zij weer heur haar ontbinden, dat iets van licht en ruimte won.

Het stuift en wappert door den morgen, haar lichaam rekt zich, grootsch bevlagd, de late teekenen van nacht gaan achter sluiers vuur verborgen.

Het ademt door haar witte huid, zij geeft zich aan den wind verloren; o, kind van ruimte, ochtendbruid, voor wie geen avond meer zal gloren;

o, kind, dat in den morgen wordt door wenteling van licht gevangen en als een zonnestraal blijft hangen — terwijl mijn ademen verdort van duizend jaar vergeefs verlangen.

54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.