Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



KLUIZENAAR

Zoo’n jongen woont daar in een eenzaam huis. Soms knerpen schreden op het kiezelpad, maar dagen blijft het stil; hij leeft van wat hem aanwaait in het verre boomgeruisch.

De witte muren blinken in de zon, de vensters zijn met wit behangen.

Het lijkt een noodkreet van verlangen, of hulpeloosheid die niet anders kon

dan puur en simpel zijn. Hij weet het niet, hij komt maar nauwelijks buiten de wanden van zijn vertrek, laat zon en sterren branden.

De wereld werd hem tot een vreemd gebied.

Soms knerpt het even op het kiezelpad, maar wie hier dwalen kwam, gaat steeds voorbij. Hij leeft verstomd. De boomen zeggen wat. Slechts voor zichzelven, weet hij, niet voor mij.

53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.