Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



DE ONTKOMENE

Wat middagzon, wat schuchter groen, de zwarte grond, een vogelkreet, die vlijmscherp door de stilte sneed, en ik die langs de paden schreed en anders niet kon doen.

Het bosch begon een nieuw getij: een wind streek zacht langs tak en stam, en wekte, ruischte en ontkwam, en toen ik hier mijn weg door nam, raakte het droomspel mij.

Een bloei beving mijn bleeken mond, ik mijmerde een nieuwe wijs, ik at en dronk; een vreemde spijs lokte mijn lippen, tot een reis, die nooit een einde vond.

Sindsdien ontkwam ik aan den dood, want in het schaduwlooze baadt mijn lijf dat langs de paden gaat en nimmer, nimmer zich verzaadt aan het gewijde brood.

50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.