Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



Nu zou ik nog den avond willen prijzen; ik zie een stillen blanken hemel aan, de zee ruischt donker en gedroomde wijzen beginnen uit de stilte te verrijzen en drijven door het licht der smalle maan.

Een wonder fantaseeren doet mij beven, ik vrees den nacht, ik huiver om het kind dat ik heb uitgezonden tot dit leven en eens moet het zijn droomen overgeven en heel de aarde ligt verwoest en blind.

O nacht van zuiver maanlicht dat de dooden beschijnt die nog in leven moeten zijn, geen Vader heeft ons tot het licht ontboden, mijn kind vergaat en ik zie naar zijn nooden, en niemand, niemand mag zijn trooster zijn.

3i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.