Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



NAZOMER

Langzaam verbleekt de zomer tot een schim, de uren glijden voort als vage droomen, een moede zon bloedt ledig aan de kim, de wind liet af van jubelen en stroomen.

Een late angst houdt alles in zijn macht, een huivering die trilt hoog door de boomen, en dan versterft en weer ontwaakt en tracht in mild berusten uit te stroomen.

Een mond die saamgebeten wordt in pijn, oogen die sluiten om den blik te weren op het voltrekkende, dat al het zijn tot ledigheid en dood zal doen verkeeren.

Een ademhalen in den stillen dag; bleekblauwe luchten, koel en onbewogen, een hand die heel de aard omvatten mag, en valt, verlamd door onvermogen.

Droomen verliezen zich en stilte breekt de harten, dien geen zegen is beschoren, dan naar het murmelend geluid te hooren, diep binnen hen, dat altijd zachter spreekt.

*5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.