Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



Damp, bloed en steenen, de verscheurde lijven van mannen, vrouwen, kinderen — en God, in wiens nabijheid wij willen verblijven, onder wiens hand de samenleving rot.

Voor ieder kinderoogenpaar gesloten openen zich de poorten van de hel.

Wij zien het aan, wij hebben uitgesproken. Waarom is er niets dan dit wreede spel?

De machten die de aarde overschouwen hebben verblind hun euvelen gestrooid, en onze stilte wordt een eeuwig rouwen, en onze bloei met drek en asch getooid.

Wij hebben nog elkander, schoon het zwijgen geen uitkomst bieden kan, wij wenden weg onze gelaten en de uren rijgen zich dood aaneen en zonder overleg

vallen wij in den laatsten vrede binnen.

Door onzen slaap spookt droom en angst dooreen. De groote stilte zal wel weer beginnen, maar wij zijn onherroepelijk alleen.

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.