HOOFDEN ONDER WATER
Hoofden onder water, ademnood
die mij beklemmen blijft, sterven dat nimmer
uitgeworsteld raakt. Ik weet al lang niet meer
hoe ik die wildernis bedwing. Bij dag en nacht
springt zij mij aan, omvat mijn keel
en drukt mij langzaam achterover
totdat ik eenmaal, eindelijk, niets meer zal zien
dan hemel, sterren die in zwarte gaten hangen
en schreeuwen zonder dat in het luchtledig
een klank ontstaat.
60