LEVIE DE LANGE*
Zo’n man, Levie de Lange,
vijftien kinderen, nergens vandaan gekomen,
nergens naar toe gestoten,
vijftien kinderen die hij op zijn handen
voor zich uit droeg, oog in oog
met hun levenslicht.
Levie de Lange zag zijn vijftien met zijn vrouw in hongerige auto’s gooien, hoorde wielen hun geluid verliezen, zwoegde zich beurs in kolenmijnen, telde zijn verdwenen schatten na.
Wankelde een dode vrijheid binnen, loopt met vijftien paren kinderogen door de eindeloze, onbewogen wereld van vandaag niet meer en nooit.
* n.a.v. Levie de Lange’s Dagboek, uitg. Becht