EEN ANDER WOORD
Ieder woord dat ik moet spreken
verbergt een woord dat niet te spreken is,
een hemellichaam aan de einder
van mijn denken, een gloeiende kern
van hunkering. Nimmer komt
die hartstocht over. Ieder woord
dat ik kan spreken, is een rotsblok voor
dat dreigend niets. Alleen bij nacht springt soms
het roepen van die verte in mij los
en éen seconde lang is het heelal
een muur van bloed. Daarna is alles weer
voorgoed voorbij en in de leegte stelt
een ander woord zich angstig zwijgend op.
6