AVOND AAN AVOND
Avond aan avond met de laatste
dingen voor ogen. Een gesloten kamerdeur,
een lamp, een schroeiplek in het donker,
ruimte die op dak en muren drukt,
mijn hand die schrijvend door het niets beweegt.
Avond aan avond, een kort leven lang, en telkens nader bij de grote slaap die mij van kruin tot zolen zal omvatten, een gepantserde, een buiten alle raadsels uitgeworpene. Soms lijkt de stilte hier al op die latere.