10
Kochs visitekaartjes waren bijna helemaal gevuld, anders had hij er zijn nieuwe kwaliteit - lid van de Wereldraad — bijgestempeld. Het speet hem echter niet al te erg dat de kaartjes daarvoor geen ruimte boden. Hoe goed Wereldraad ook klonk, het was niet genoeg. Er bestond een Wereldraad van Kerken. De vermelding van het woord 'Wereldraad’ op zijn kaartjes zou dus verwarring kunnen wekken. En nogmaals: het was niet genoeg. Wereldraad waarvan? Van de wereldbeweging natuurlijk. Dit bevredigde hem nog steeds niet. Er haperde ergens iets. Er werden dingen voor hem verborgen gehouden. Hij kon niet uit onder een pijnlijke erkenning: dat Van der Beek, die hij als adviseur, als helper dus, had aangetrokken, hem de leiding had ontnomen. Schijnbaar was hij baas gebleven over zijn eigen project, de plaatselijke ondergrondse. In werkelijkheid betekende de vestiging van het hoofdkwartier in dit dorp dat er allerlei pottekijkers zouden komen. Dat lag trouwens al opgesloten in het bestaan van die Wereldraad. Hij was er lid van, maar meer niet, en zeker geen president of directeur of hoe de titel ook luidde van de man die aan het hoofd stond. Zo’n man was er. Hoe heette hij en waar zat hij? Van der Beek, de jurist en diplomaat, was te zeer gewend op discrete wijze invloed uit te oefenen dan dat hij zich zou lenen voor zo’n post als leider van de Wereldraad.
Achteraf verbaasde het Koch dat hij zijn bezoeker niet gevraagd had wie de opperste leider was. Anderzijds verbaasde
75