verhuizing moeten komen dan hij zich had voorgesteld. Een minister zou portier kunnen worden, een onderwijzer minister - van onderwijs natuurlijk. De Wereldraad zou over dat alles moeten beslissen.
Het was voor het eerst dat Koch van die Wereldraad hoorde, een instituut met een hoofdletter. Wereldraad en wereldbeweging pasten bij elkaar, zoals bij een wereldbeweging een hoofdkwartier paste. 'Het hoofdkwartier komt hier’, had Van der Beek gezegd en hij zei het nog eens. Koch herhaalde het woordje 'hier’ en keek verbijsterd in de duisternis. Hoe kon hij in dit kamertje het hoofdkwartier van een wereldbeweging met een Wereldraad onderbrengen? Op zo’n hoofdkwartier zou een secretariaat met een groot personeel werkzaam zijn. Wat Van der Beek verder zei, maakte hem duidelijk dat hij zich vergist had, maar tegelijkertijd verbijsterde het hem nog meer. 'Met hier’, sprak Van der Beek, 'bedoel ik dit dorp. U bent degeen die het inititatief tot een ondergrondse van dit type heeft genomen. Daaruit vloeien verplichtingen voort, voor u, maar ook voor de beweging. De beweging geeft u een plaats in de Wereldraad en u verschaft de Wereldraad een onderkomen. We zouden waar ter wereld ook ons hoofdkwartier kunnen vestigen, maar de zaak is nu eenmaal dat, afgezien van het feit dat u hier woont, wij dit dorp als een ideale omgeving beschouwen. Het is afgelegen, dus onopvallend, en er is hier veel ruimte’.
Koch kneep zijn handen om de haak van zijn wandelstok. Er zou niet zonder hem beslist worden, hij had zitting in de Wereldraad, maar hij kon zich met geen mogelijkheid voorstellen waar dat hoofdkwartier moest komen. Vrije woonruimte genoeg, inderdaad, althans buiten het zomerseizoen. Maar hij kon toch moeilijk beslag leggen op een aantal hotelkamers of een particulier huis dat ’s winters onbewoond
72