IX
EEN VERZOEK OM GRATIE
De Pinkstervacantie is alweer voorbij. Het schoolleven gaat zijn oude gang. Alle kinderen hebben een gebruind gezicht, want het is tijdens deze paar dagen prachtig weer geweest.
Kees Berkhout mag weer in een gewone bank plaats nemen. De straf voor zijn stenen-gooien is nu geëindigd. Alle kinderen zijn er blij om. Want het was naar, om Kees daar altijd zo alleen achteraan te zien zitten. Ofschoon het slachtoffer zelf er zich weinig van aantrok en even welgemoed was als steeds.
„Kinderen,” zegt meneer Brouwer op een ochtend, „binnenkort jubileert onze burgemeester. Die is dan 25 jaar hier in Duindorp in functie. En dan krijgen we een groot feest.”
„Hoera!” juichen alle jongens en meisjes door elkaar. Een gestamp van voeten begeleidt deze kreten.
„Stilte!” dondert de onderwijzer. „Als het feest is, kunnen jullie nog rumoer genoeg maken. Vandaag en de volgende dagen zal er ’s middags na vieren in het gymnastieklokaal onder leiding van meneer De Wilde een feestlied worden ingestudeerd. Is er soms iemand, die niet na vieren kan blijven?”
Neen, zo iemand is er niet. Voor zo’n gelegenheid tenminste. Want het is duidelijk, dat iedereen graag wil
90