Jan neemt haar woorden ter harte. Hij gaat weer op in zijn schoolwerk en zijn spel. Met Henk werkt hij nog steeds trouw samen. Je herkent die Henk in de klas gewoonweg niet meer. Het lijkt wel of er iets van Jan’s knapheid op hem is overgegaan. Meneer Brouwer is zeer verheugd met die verandering.
„Als er meer van die kinderen waren, die hun kameraadjes helpen,” zegt hij, „dan zouden de onderwijzers het heel wat gemakkelijker hebben!”
Henk kan ook aan zijn Pinksterrapport merken, hoezeer hij is vooruitgegaan. Vroeger wemelde zo’n geschrift bij hem van de vreselijkste onvoldoendes. En kijk er nu eens naar! Allemaal behoorlijke cijfers, sommige zelfs bepaald fraai! Met stralend gezicht kijkt Henk het lijstje door. Jan’s rapport is ook uitstekend. Maar hij heeft nog meer pleizier om dat van Henk dan om zijn eigen rapport.
’s Middags brengt Henk een klappertjespistool voor Jan mee. Als bewijs van dank voor wat hij voor hem heeft gedaan. Jan is er even verlegen mee. Hij vindt het erg aardig van Henk, maar op zoiets had hij werkelijk niet gerekend. Dat zegt hij ook tegen zijn vriendje. En dat die geen geld had moeten uitgeven. Henk weert zijn dank af. Het gaat nu wel wat beter bij hem thuis, sinds zijn vader weer werkt. Zo’n cadeautje betekent immers niets.
Vanmiddag begint de Pinkstervacantie. Het is prachtig weer. Het zal wel heel druk worden in Duindorp. Want met de Pinksterdagen komen er altijd veel mensen, om de eerste teugen van de heerlijke zeelucht in te ademen. En ook om in zee te baden.
71