De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



ziet, dat Jan al bijna klaar is, terwijl hij zelf nog niets op papier heeft gezet, kan hij niet nalaten over Jan’s arm te gluren. „Niet doen,” fluistert Jan hem in. „Je weet toch, dat het niet mag....” En dan laat Henk het. Maar een poosje later doet Henk het toch weer en Jan merkt het niet altijd direct.

Zo is het vanmiddag ook gegaan. Plots klonk de stem van meneer Brouwer:

„Smit en Aalders, jullie hebben allebei honderd regels! Het moet en zal uit zijn met dat afkijken!”

Jan was onaangenaam verrast, want hij wist helemaal niet, wat zijn buurman deed. Maar hij zei niets en keek Smit alleen even aan. Die zat met een arme-zondaarsgezicht op zijn tafelblad te turen. Henk is geen kwade jongen en hij vond het heel erg, dat Jan door zijn schuld straf opliep. Maar het rekenuurtje was al bijna om en Henk was pas aan zijn tweede som bezig. En dat terwijl hij er vijf moest maken! Die snuggere Jan was al aan het vijfde vraagstuk, toen meester de straf uitdeelde.

„Jan, blijf jij eens even hier!” zei meneer Brouwer om vier uur. Jan bleef zitten. Toen de klas was leeggelopen, zei de onderwijzer:

„Jan, jij bent een van de beste leerlingen. Waarom doe je nu van die kinderachtige dingen?”

„Maar ik wist heus niet, dat Henk aan ’t afkijken was, meneer!”

„Waarom zeg je dat, jongen? ’t Is immers al zo vaak gebeurd!”

„Ja, maar ik wist ’t echt niet. Ik wil ’t ook niet meer,

6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.