I
DE FAMILIE AALDERS
Jan Aalders is een jongen van elf jaar. Hij woont in Duin-dorp, een plaatsje aan zee. Zijn zusje Tine is acht jaar oud en zit in de derde klas op school. Jan zelf heeft het reeds tot de zesde klas gebracht. Zijn vader werkt op een kantoor in de stad, die men per trein in een half uur bereikt. De familie Aalders woont in een ruim huis, dat aan een straat staat, die vlak achter de zeeboulevard is gelegen. Daardoor kan men er vrijwel steeds het ruisen van de zee beluisteren. Vooral wanneer het stormt en Jan in bed ligt, hoort hij dat donkere geluid duidelijk, voordat hij inslaapt.
Op school behoort Jan tot de goede leerlingen. Hij heeft weinig moeite met het werk. En daar hij geen druktemaker is, kan hij het best met de onderwijzer vinden. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat hij geen moeilijkheden kent. Zo heeft hij vandaag juist honderd strafregels gekregen: „Ik mag niet laten afkijken.” Meneer Brouwer wil niet hebben, dat er wordt afgekeken. Dat wil geen onderwijzer hebben. Maar hij meent, dat de leerlingen, die hun kameraadjes daartoe in de gelegenheid stellen, evenzeer strafbaar zijn. Jan doet dan ook werkelijk zijn best, om zijn buurjongen, Henk Smit, het afkijken te beletten. Maar die arme Henk heeft vreselijk veel last, om zijn werk klaar te krijgen. Hij spant zich erg in, om het alleen te doen. Maar als hij dan
5