De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



„Pakjes weggebracht?” vragen vader en moeder tegelijkertijd. „Word je daar misselijk van?”

„Nee.... maar.... die meneer.... heeft ons een gulden gegeven.... en toen.... hebben we snoepgoed gekocht. ...”

„Wie hebben dat gedaan?” vraagt vader weer.

„Nou.... Henk.... en Kees. ... en ik. . .. En.... en Kees kocht.... cigaretten....”

„Aha! daar komt de aap uit de mouw! Zo kereltje, ben jij aan ’t roken geweest! Ik geloof, dat ik je niet hoef te zeggen, dat je daar heel erg verkeerd aan hebt gedaan. Je schijnt het duchtig te voelen!”

Jan knikt zwijgend. Hij ziet, dat moeder zijn bed al aan ’t afruimen is. Ja, dat vindt hij heerlijk. Hij rilt en verlangt er onder te kruipen. Wat zijn vader en moeder toch goed voor hem! Waarom haalt hij telkens van die dolle streken uit, waar zij verdriet van hebben? Daar valt hem opeens in, dat hij nog de bonbons in zijn zak heeft.

„Ja,” zegt vader juist tegen hem, „je wist ook heel goed, datje geen geld mag aannemen. Nu kan ik dat voor deze keer niet zo vreselijk vinden, maar wel, dat je het gaat uitgeven aan allerlei snoeperijen, die je maag van streek brengen. Als je nu een dubbeltje had versnoept en ook Tine er wat van had gegeven....”

„Hier, vader, dat heb ik voor jullie gekocht!”

Jan haalt het zakje te voorschijn. Het is tamelijk verfrommeld en voelt kleverig aan. Och, lieve help, hij heeft er zeker op gelegen! De bonbons zijn verpletterd. Moeder schatert het uit en ook vader lacht.

48

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.