De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



„Had jij je liever door die vent in je kraag laten nemen?” vraagt Henk. En hij voegt er aan toe: „Vooruit, Jan, wees nou wijs! We zitten d’r in en we moeten zien, dat we d’r uit komen.”

Jan heeft al spijt van zijn uitval. Henk heeft gelijk. Ze zitten er nu eenmaal in en als goeie kameraden moeten ze proberen zich te bevrijden.

„Zou je boven een raam kunnen openkrijgen?” vraagt Jan.

„Wou je d’r dan uitspringen?” vraagt Henk terug.

„Nee, maar met een touw....”

„Eerst een touw hebben,” meent Henk. „’t Is hier al stikdonker en hoe kunnen we dan zoeken?”

Jan tast langs de muur. Misschien is er een knopje van ’t electrisch licht. En hij heeft succes, want vlak naast de deur bevindt zich zulk een knopje. Een draai daaraan en ze kunnen zien. Het is maar een klein peerlampje, dat hen verlicht, maar ze zijn er al dolblij mee.

Henk ontdekt een kast en gooit de deur daarvan wijd open. Er staat allerlei schoonmaak-materiaal in.

„Ga jij nou proberen of je een raam kan openkrijgen,” zegt hij tegen Jan.

Jan holt de trap op. Het is daarboven nog niet helemaal donker. Op de eerste verdieping al ziet hij een raam met een handvat. Het moet blijkbaar opzij worden geschoven, want naast het raam loopt een rail. Terwijl hij Henk in de kast hoort scharrelen, probeert hij beweging in het venster te krijgen. Jan is heus niet zwak, maar dit karweitje is hem toch te zwaar. Het raam wijkt geen millimeter, ofschoon hij

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.