De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



„De kist van de prinses! De juwelenkist! Henk en ik... Vader wordt bleek. Hij grijpt Jan’s handen.

„Jongen, wat vertel je daar? ’t Is toch niet waar....” „’t Is wel waar!” juicht Jan. „Gaat u maar vragen bij de politie! Tienduizend gulden voor Henk en mij, vader! Nu hoeven we niet bang meer te zijn!”

Vader pakt zijn hoed en gaat onmiddellijk de deur uit, om bij de politie bevestiging van Jan’s mededeling te halen. Maar moeder en Tine moet Jan alles nauwkeurig vertellen. Moeder snikt van vreugde en Tine schreit ook een beetje mee, om bij moeder niet achter te blijven.

Daar is iemand aan de deur. Vader natuurlijk. Jan vliegt de gang in en botst hevig tegen meneer Laarmans op. „Rekel!” schreeuwt deze.

Maar Jan springt een pas achteruit en roept:

„We hebben de juwelenkist van de prinses gevonden!” „Zo, doet me groot pleizier!” zegt meneer Laarmans bits. „Wij komen hier in elk geval nooit meer terug!” Maar deze woorden hebben geen invloed op Jans stemming. Hij valt vader om de hals, als deze met de heerlijke zekerheid thuiskomt. Jan wordt wel een half uur lang door vader en moeder omhelsd. En Tine wordt natuurlijk niet vergeten.

Ze gaan daarna naar meneer Geerling, die ook zeer verheugd is met de goede tijding. Hij laat een fijne fles wijn uit de kelder halen en klinkt met vader. Jan mag zoveel limonade drinken en ijs eten, als hij maar wil.

„Dat treft prachtig,” zegt de hotelhouder. „Ik heb juist vandaag weer een bod voor deze zaak gekregen. Veel beter

165

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.