XIV
VADER KOMT THUIS — STORM
Vandaag is het de laatste dag van Juli. Een gedenkwaardige datum voor de familie Aalders. Vader is vanmorgen de deur uitgegaan, zoals gewoonlijk. Maar het is de laatste keer geweest, dat hij ging om de betrekking waar te nemen, die hij zoveel jaren trouw en ijverig heeft vervuld. Morgenochtend zal hij later kunnen opstaan, net alsof het Zondag is. Maar het is lang geen Zondag, integendeel.
„Straks gaan we vader halen,” zegt Jan tegen moeder.
„Ja, jongen,” antwoordt moeder, maar met zo’n bedrukte stem, dat Jan zich plots weer het droeve feit herinnert. Het leek eigenlijk iets verafs tot nu toe, maar het is dan toch werkelijkheid geworden. Zullen ze nu nooit meer uitgaan om vader te halen? Zal vader nu maar de hele dag thuiszitten?
„Welnee, jongen,” zegt moeder, „vader zal zijn best doen om gauw weer een betrekking te krijgen. En wij moeten ook niet het hoofd laten hangen. Natuurlijk is het erg, maar hebben we niet onze gezondheid? Als wij allemaal opgewekt blijven en de moed niet verliezen, dan zal het heus zo’n vaart niet lopen!”
Jan valt zijn moeder om de hals. Wat is ze toch lief! Altijd weet ze je moed en kracht te geven!
Ze gaan naar het station. Daar staan nu heel wat meer
137