De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



„Dan zult u een ander ledikant moeten laten komen,” zegt vader rustig. „Dit is altijd uitstekend geweest en dat is het nu nog.”

„Ik ga daar niet meer in liggen,” zegt meneer Laarmans nu.

Maar dat schijnt zijn vrouw te hinderen. Ze verandert tenminste opeens van toon.

„Je moet er in gaan liggen!” zegt zij bevelend. „Je wou zeker de hele nacht opblijven en mij uit de slaap houden!”

Moeder gaat maar weer naar bed. Haar man is al bijna klaar en zij verlangt naar haar nachtrust.

„Ziezo! dat is alweer in orde!” zegt vader. „Wel te rusten, mevrouw en meneer!”

„Ja, maar....” wil meneer Laarmans nog protesteren.

„Je houdt je mond en je gaat slapen!” zegt mevrouw kortaf.

Meneer Aalders is er al uitgegaan. Dank voor zijn hulpvaardigheid behoeft hij niet te verwachten. Hij is al blij, dat het euvel zo gauw is hersteld.

De volgende morgen loopt meneer Laarmans enigszins mank door het huis. Tine komt het schaterend vertellen. Maar moeder keurt die pret niet goed.

„Je mag geen plezier hebben in andermans ongeluk,” zegt zij. „Als jij je bezeert, vind je het toch ook niet leuk, als je wordt uitgelachen.”

„Nou ja, maar het is zo’n rare vent....,” pruttelt Tine.

„Raar of niet raar, het is heel lelijk, iemand uit te lachen!”

Over het ledikant wordt niet meer gesproken. En de verwonding van de huurder blijkt niet al te ernstig te zijn,

130

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.