De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



„Ik zie ’m!” juicht Tine en dan heeft Jan vader ook in de gaten. Hij loopt naast meneer De Groot, zoals altijd.

„Dag vader! Dag vader! Dag meneer!” Tine vliegt vader om de hals. Boven nemen vader en de kinderen afscheid van meneer De Groot. De heren lichten hun hoed en wensen elkaar smakelijk eten.

Er is nu een stroom van mensen op ’t Stationsplein maar in de grote ruimte betekent dat niet veel. De kinderen klemmen zich vast tegen vader aan. Het geeft hun beiden een veilig gevoel, al hebben ze daar nooit over gesproken.

„Heb je wat nieuws geleerd, Jan?” vraagt vader.

„Ja, meneer heeft vandaag verteld van de Patriotten en de Prinsgezinden. Kezen en Oranjeklanten noemden die elkaar!”

„Zo zo! Ja, dat was ’n mooie tijd! En jij, Tine?”

„O, we hebben zo vervelend taal gehad! Van lange ij en korte ei. Ik leer ’t nooit!”

„Niet zo pessimistisch, kind! ’t Zal wel lukken, hoor! Als je je best maar doet!”

Reeds zijn ze bij het huis aangekomen. Allen hebben grote eetlust. De tafel staat al gedekt en moeder ontvangt hen glimlachend.

„Wat eten we eigenlijk, moeder?” vraagt Jan. Maar dat krijgt hij niet te horen. Hij moet maar afwachten, wat er op tafel komt. Nu, dat vindt hij niet zo erg. Hij is een jongen met gezonde trek en zo blijft ’t tenminste een verrassing. Ze krijgen rijst met pruimen. De kinderen jubelen luidkeels. Daarna komen er nog aardappelen met heerlijke saus en vlees op tafel. Jan vindt het een konings

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.