De jongens van Duindorp

Titel
De jongens van Duindorp

Jaar
1935

Overig
kinderboek

Pagina's
169



Tot besluit van de dag is er ’s avonds groot vuurwerk aan het strand. Jan gaat er met vader, moeder en Tine heen. Er staat een prachtige sterrenhemel boven land en zee. Ze gaan rustig op een duin zitten. Zzjjt! daar heb je de eerste vuurpijl! Heel hoog spat hij uiteen in blauwe, rode en groene sterren. „Hè.... ” roepen alle mensen en bij elk nummer herhaalt zich deze uitroep. Het is aardig om plots die in ’t donker zittende massa verlicht te zien, als er een stuk wordt afgestoken. Er komen nog prachtige draaiende zonnen en spuitende fonteinen. Het spat en sist en knettert van je welste. Tot slot komt er een groot stuk, waaruit na veel geknetter het portret van de jubilaris te voorschijn komt, met het onderschrift: „Hulde aan de Burgemeester”. Dat is wel prachtig geweest, maar Jan vindt de vuurpijlen toch het mooist.

„Is het waar, vader?” vraagt hij, „dat mensen zich op zo’n vuurpijl naar de maan kunnen laten schieten?”

„Op zo’n vuurpijl? Welnee, jongen, dat zal niet gaan! Maar ze zijn wel aan ’t onderzoeken, of er geen andere middelen zijn, om iemand de ruimte in te schieten. Ik denk haast niet, dat ’t ooit zo ver zal komen. Al kan ik het natuurlijk niet met zekerheid zeggen. Want we hebben al zoveel dingen zien gebeuren, die men vroeger voor onmogelijk hield. Maar blijf je voorlopig niet liever op de aarde?”

Ja, dat vindt Jan eigenlijk nog wel beter dan naar de maan te gaan. Het is zeer de vraag of daar ook zulke prachtige feesten worden gegeven.

109

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.