De jongens van Duindorp

hebben geducht pret om die ontdekking van Kees. En je kan niet anders dan vrolijk zijn vandaag, want overal zie je opgewekte mensen. Bij verschillende straten staan erepoorten met het opschrift: „Hulde aan onze Burgemeester”.

Bij het raadhuis heerst een geweldige drukte. Alles is er versierd met groen en bloemen. Zo meteen zal de burgemeester aankomen en door de gemeenteraad worden gehuldigd. Een erewacht van Duindorpse ingezetenen te paard kondigt zijn komst aan. Zij stellen zich op aan twee zijden voor de ingang van het raadhuis. De politie heeft de handen vol, om de weg vrij te houden.

Een van de paarden wil maar niet stilstaan en de berijder heeft de grootste moeite om het in bedwang te houden. Plots suist er een voetzoeker onder de poten van het dier door. Dat is natuurlijk het werk van een kwajongen. Het paard steigert, zodat er een aantal mensen begint te gillen. De ogen van de ruiter rollen haast uit hun kassen. Je kunt zien, dat hij zich schaamt, omdat zijn paard zo ongezeggelijk is. En natuurlijk is hij woedend, om dat gooien met een voetzoeker. Dadelijk snellen een paar agenten tussen het publiek, om de dader op te sporen. Maar die heeft al lang het hazenpad gekozen.

Daar heb je de burgemeester met zijn gezin, in een door vier paarden getrokken koets. Achter hem volgen enige rijtuigen met autoriteiten. Onder het gejubel der menigte stappen de inzittenden uit en beklimmen de stoep van het gemeentehuis. De jongens ontdekken een auto van een filmfabriek, waarop een man als een razende staat te draaien. Onmiddellijk rennen ze er heen, want bestaat er iets heer-

104