HERSCHEPPING
De ogen die vandaag nog wenen zijn morgen stenen tussen stenen en overmorgen gruis en zand verwaaiend in de grote braad der wereld en niet meer te scheiden van alle ogen die ooit schreiden.
Misschien, als zich een god verheft en zijn verlatenheid beseft, dat ergens in de atmosfeer een huivering ontstaat, een meer dan vluchtig, menselijk vermoeden omtrent dit zinneloos verbloeden, en houdt de schepping zich gereed voor nieuw geweld van droom en leed.