CHINOISERIE
Iemand komt met mij praten in den avond. Hij staat tegen de post der deur geleund.
Zijn woorden zijn kleine, donkere vogels, die zwermen weg, eer ik hen vatten kan. Toch is het goed, een klein geluid te horen, nu alles stil en wit van maanlicht wordt, de warme adem van een mens te weten dicht bij mijn ogen, waar de nacht in groeit.
36