STEMMEN EN DROMEN
Stemmen en dromen uit het niet doorjagen mij een leven lang.
Terwijl de tijd in mij geschiedt, ga ik den uitputtenden gang der eeuwig overrompelden door onaanschouwbaar licht en praat alleen nog de verschrompelde geluiden van een schier verteerde, wiens ogen op geen hemel zijn gericht, maar werden diepe bronnen, ingekeerde weerspiegelaars van wat geen spiegeling kan dulden.
22