hem niet zo onder handen genomen! Marie had ook iets moederlijks, ondanks haar jeugd. In zekere zin was zij hem ver vooruit.
„Ziezo, nu kan je je wTeer vertonen!” Met deze woorden eindigde zij haar behandeling. Het betekende, dat hij gereed was voor de volgende etappe van zijn speurtocht. Op naar de makelaar Lafeber!
Indien men de heer Lafeber met één woord moest karakteriseren, dan kon dat voortreffelijk gebeuren met het woord: accuratesse. Want accuraat was deze man in de hoogste mate. Zijn huis, zijn tuin, zijn voorkomen, het was alles van een pijnlijke preciesheid. Voor Hans zou deze eigenschap van geen enkele betekenis zijn geweest, indien Lafeber niet toevallig over een document had beschikt, dat van groot belang kon zijn bij het onderzoek naar tante Adri.
„Ik heb,” vertelde hij, nadat Hans in zijn kantoortje had plaats genomen, „alle binnengekomen brieven bewaard, sinds ik mij hier als makelaar heb gevestigd. Dat is nu ruim drieënveertig jaar geleden.”
Hans had er alle respect voor. Hij keek de bejaarde baas met het spitse gezicht en de even spitse neus bewonderend aan. Maar hij was hier niet gekomen voor Lafeber, doch voor zijn tante. Om de zaak een ietsje te verhaasten, zei hij: „Het is buitengewoon! Dus u hebt de brief meteen kunnen vinden!”
De makelaar schudde ontkennend het hoofd. „Zo is het nu ook weer niet. Ik heb er ongeveer een uur voor nodig gehad. Want ofschoon mijn geheugen prima is, wist ik
86