„Ja, dat ook,” gaf Hans toe. En toen ineens: „Nu ja, ik kan het u ook wel zeggen: ik ben op speurtocht naar een zoekgeraakte tante!”
De anderen barstten in een luid gelach uit. „Dan bent u waarschijnlijk aan het verkeerde adres,” zei Poolman. „Er raken bij ons nooit mensen zoek, ook geen tantes. Eelst-woude is maar een klein, eenvoudig dorpje, waar niet veel gebeurt. Alle mensen kennen elkaar en als er iemand sterft, gaat het halve dorp naar de begrafenis... Maar zullen we niet weggaan?”
Hans keek op zijn polshorloge. Het was half elf. Wat was die avond omgevlogen! Hij nam afscheid van de hotelier en zijn vrouw, die hem veel genoegen en veel succes wensten en volgde Poolman naar de auto.
24