naar de voorbijschuivende tramwagens, naar de nijdig startende taxi's, de denderende vrachtauto's en de statig voortsuizende luxe wagens. Hield hij van deze stad? Ze was de hoofdstad van zijn land, waarvoor hij op zijn wijze had gestreden. Maar dat leek al eeuwen geleden... Het leven veranderde en de dingen veranderden. Of misschien veranderden alleen de mensen. Ze leefden voort, ze werden ouder, ze gaven er zich soms opeens, niet zonder ontsteltenis, rekenschap van, dat ze ouder waren geworden. Wat kon men daartegen doen? Vast op de benen staan, een doel en een zin geven aan het leven.
Hij moest zelf glimlachen om zijn overpeinzingen. Een jongeman van zevenentwintig jaar hoeft zich nog niet zo erg te bekommeren om het oud-worden. Hij staat pas aan het begin, het leven biedt hem nog duizend-en-één mogelijkheden. Nu was hij Mr. Bartels; hij bezat een graad, die hem een zeker maatschappelijk aanzien verleende. Ja, maar hij moest zich dat aanzien ook waardig tonen, en daar ging het nu juist om.
Na een half uurtje te hebben gezeten, stond hij op en liep doelloos in de richting van de Leidsestraat. Zou hij maar niet naar de Universiteitsbibliotheek gaan, waar hij al zoveel uren van zijn leven had gesleten? Maar wie ging er nu zonder dringende noodzaak op een mooie zomerdag in een met boeken opgepropte zaal zitten? Het was veel eerder weer om aan een uitstapje, een reis te denken.
Opeens viel zijn blik op de etalage van een reisbureau. Daar lagen allerlei vouwbladen en prospectussen, er hingen en stonden fotos met de verrukkelijkste afbeeldingen van landschappen en genietende mensen. Zonder goed te weten wat hij deed, stapte Hans binnen. Achter de
11