Ja, de strijd ging voort. Maar Bauer voerde hem op een betamelijke wijze, vonden zij, die weinig met hem op hadden of hem vijandig gezind waren. Hij moest uit zijn eigen zak schatten betalen. Daar had niemand bezwaar tegen. De bakker, die altijd de naam van een rijkaard had gehad, kreeg door al deze ondernemingen de reputatie ongehoorde sommen te bezitten. Zijn fortuin werd bijna spreekwoordelijk. ‘Zo rijk als Jan Bauer.5
Populair werd hij door dit alles niet. In de vereniging voor zwakke kinderen werkte hij met geachte burgers samen. De armen, met uitzondering van enkele geboren dwarsdrijvers, zagen in hem een weldoener van het zuiverste allooi.
Toch bleef hij een figuur, waar men wantrouwig tegenover stond. Aan zijn goede bedoelingen kon men niet twijfelen. Zijn buitenissigheid echter belette alle vertrouwelijkheid, alle menselijke toenadering.
En zo was het goed. Hij had de mensen niet lief. Hij stond in het leven, maar hij was er niet in thuis. Een vreemde, een verdwaalde was hij. Onder het bewind van regen, zon en storm leefde hij, als alle overigen en toch anders.
Hij voelde het dagelijks scherper: armen en rijken, hij stond terzijde van hen, op een plaats, waar niemand hem kon bereiken, behalve Koos. Maar zij vonden niet veel contact in deze tijd. Zij droeg haar tweede kind met het geduld en de liefde, waarmee zij alles in dit leven droeg.
Het sanatorium, waarvoor hij een bouwkrediet had gegeven, werd geopend. In verrassend snel tempo was het opgetrokken, op een duin vlak bij de zee. Hij werd uitgenodigd voor de plechtige opening en ging er heen. Niet om zich te laten zien, maar om zelf te zien, te pogen iets te leren van wat hij aanschouwde.
Men begon met dertig bedden. Bij de officiële opening was de helft bezet. Alles blonk en glom, ook de schedel van de genees-heer-directeur. Hij drukte Bauer de hand en zei, dat hij had gehoord...
‘Jawel. Dat doet er nu niet toe. Wilt u de heren verzoeken, er niet over te spreken.5
In 5t zwart geklede heren, frisse verpleegsters, bloemen. Officiële persoonlijkheden en woorden. Ze hielden zich aan de instructie: Jan Bauer kwam niet ter sprake.
59