lijk. Jan was niet sentimenteel en toegeeflijk. Zijn vader was dood. En als hij zich nog eenmaal op de wens betrapte, de oude op te zoeken, zou hij zich van kant maken.
De knechts stonden die nacht weer te beven, ofschoon hij niet meer zei dan gewoonlijk. Maar zijn gelaat was storm en donder. En elk van zijn gebaren stak hun recht naar het hart. De volgende dag ging hij niet naar bed. Hij liep de straat op, naar de zeekant. Van alle zijden sprong hem de eenzaamheid tegemoet. Rotsgebergten van wolken stonden opgestapeld boven de einder. De branding van de grauwe, holle zee dreunde door in zijn hoofd.
Hij liep urenlang het strand langs en ontmoette geen levend wezen buiten enkele vogels. Het kwam hem voor, dat hij zich wat beter voelde bij zijn thuiskomst. Sterk en hoog was zijn lichaam. De meid, die met het eten op hem had gewacht, toonde een stuurs gezicht. Hij zette zich zwijgend aan tafel, zij sprak evenmin. De winkelbel luidde en daar de juffrouw al weg was, liep hij naar voren. De meid maakte zelfs geen beweging om hem vóór te zijn.
Terwijl hij verder at, sprak zij: cIk zeg m’n dienst op!5 Hij wierp een blik op de dagkalender aan de wand. cJe opzegtermijn is een week. Vandaag is het maandag, dus je bent hier nog bijna twee weken.’
Haar kleine, corpulente figuur schokte opeens. Ze greep een stoelleuning. Hij keek haar aan.
Door haar snikken heen begon ze te praten.
‘Het is hier geen leven meer! U bent zo ... zo ... koud ... U bent haast geen mens .. /
‘Wat moet ik dan doen?’
Zijn ogen stonden wijder open dan gewoonlijk. Het leek of hij iets bijzonders van haar verwachtte.
‘U hoeft niets te doen. Als u maar gewoon bent, zoals iedereen ..
‘Iedereen heeft z’n eigen manieren. Maar... het wordt anders, Trijntje.’ Hij noemde zelden haar naam. Als hij iets van haar verlangde, was het meestal: ‘Zeg eens...’
Het lag niet in zijn voornemen, meer te zeggen, maar zij keek hem vragend, nieuwsgierig aan. Bijna had hij spijt van zijn woorden. Maar het was zo: het werd anders. Die middag aan het strand was die zekerheid in hem opgekomen. Leven wilde
15