VERVREEMDING
Elke morgen openen zich de straten stiller en vreemder, men begrijpt zelfs niet de eerste schuchtere maten van het leven dat naar zijn ontbinding rijpt, en houdt de voeten in, die moeten dwalen, maar staat toch eenmaal voor de hoge schim der hemelen en tracht iets te bepalen dat stand houdt binnen een versteende kim.
Maar het lied laat zich niet meer vatten in klanken die de dagen blinken doen, en men dwaalt als een afgematte stamelaar door den onzekeren noen.
9