LAATSTE NACHT
Aleer de morgen aanbrak, hadden wij ons uit het donker slapen losgewoeld en tastten in de kille nanacht rond, gedreven tot een scheiding die voorgoed zou doen verbleken dit ontstellende van levens die elkander niet bewaren, maar richten altijddoor verwoesting aan binnen elkanders kleine hartsgebied en roepen alle ondergangen los, waarvan de wereld ooit gesidderd heeft.
Men moet dan henengaan en nimmermeer gedenken aan wat bijna was geschied, een schepsel worden dat zijn ogen nooit meer in een spiegel aanstaart, wijl alom herkenning dreigt en dodelijke pijn.
n