ONTVOERING
Soms, met de nacht, raakt er een dood in mij verstrikt, die ik niet ken, een ander witzijn dan ik ooit heb uitgeslapen na alweer een dag van leven; afwezigheid waarin ik mij nog even na kan tasten, luisterend naar de laatste zucht van een bewegen dat mij uit de tijd heeft weggevoerd.
12