plotseling tientallen graden daalde en de heldere zomernacht veranderde in een winternacht zonder één lichtpunt, zonder het minste houvast. Ik voelde mij overdekt raken met koud zweet, terwijl ik mij afvroeg of mijn fantasie een afschuwelijk spel met mij had gespeeld. Met moeite verplaatste ik mijn benen, ik kon hier, voor de ruïne van mijn dromen, niet blijven staan. Maar het leven geeft zich niet zo gauw gewonnen. Het dwong mij te geloven dat er geen sprake was van een hallucinatie; het deed mij het argument aan de hand dat ik de lichten immers stuk voor stuk had zien uitgaan en niet met één slag, zoals bij een droombeeld het geval zou zijn geweest. Ik was het slachtoffer van mijn eigen angst, mijn eigen kleingelovigheid die, op de drempel van het wonder, waren teruggedeinsd. Ik had eenvoudig niet de moed gehad het grote in het gelaat te zien. Maar hoe en waar zou ik die moed vinden?
Ik zou hem niet vinden, hij zou mij gegeven worden. Niet op dat ogenblik, dat het begin was van een nacht vol wanhoop. Toen ik door de tuindeuren mijn kamer binnenging, was het of ik in mijn graf belandde. Daar hing nog de lucht van de lange regenperiode, de lucht waarin ik naar mij voorstelde de doden vergingen. Ik verdiende de dood, nu ik te laf was geweest om op het licht af te gaan. Hoezeer ik mijn gedachten ook om en om draaide, ik zag niet in waar ik de vermetelheid vandaan zou halen om rechtstreeks op dat huis af te gaan, mij daar te melden - en dan? Het werd al ochtend toen ik in slaap viel, uitgeput, met dolgedraaide gedachten. Ik bleef slapen tot in de middag. Mijn kamer lag ideaal voor een dagslaap en tijdens de vakantie was ik vrij om op mijn eigen tijd op te staan of indien ik dat verkoos te blijven liggen.
Het leven gaf zich niet gewonnen. Van een abstractie veranderde het in een aanwezigheid, weliswaar onzichtbaar, maar daardoor niet minder reëel, een kracht buiten mij, die met mij meeging en waaraan ik mij toevertrouwde. Tegen de avond had ik het gevoel dat ik onder een lichte elektrische spanning stond. Wat eerst alleen
91